Sportverenigingen hebben toekomstig betaalde krachten nodig voor levensvatbaarheid
Veel sportverenigingen in Nederland zullen in de toekomst niet zonder hulp van betaalde krachten kunnen blijven functioneren. Dat is een van de uitkomsten van een onderzoek van het Mulier Instituut in opdracht van het ministerie van VWS.
Demissionair minister Conny Helder heeft het rapport maandag naar de Tweede Kamer gestuurd. Het Mulier Instituut onderzocht bij sportclubs hoe het sportbeleid “beter afgestemd kan worden op de behoeften en uitdagingen van verenigingen op het gebied van omgang met regeldruk, verduurzaming en het realiseren van een sociaal en pedagogisch veilig sportklimaat.”
Problemen zijn er vooral wat betreft financieel beheer, werving en behoud van vrijwilligers en gekwalificeerde begeleiding van (jeugd)leden, zo blijkt uit het onderzoek.
Lokale verbinding
NOC*NSF pleit voor structurele steun en inzet van betaalde krachten “om de unieke Nederlandse sportverenigingscultuur te behouden.” De sportkoepel denkt daarbij aan aan hulp om lokaal verbinding te maken tussen sportverenigingen onderling, het onderwijs en de gemeente.
“We hebben een unieke sportcultuur in ons land door het netwerk van ruim 22.000 verenigingen”, zegt directeur breedtesport Guido Davio van NOC*NSF. “Dat houdt sport laagdrempelig en toegankelijk voor iedereen. Verenigingen zijn blij met de steun die ze op dit moment krijgen van gemeenten en sportbonden, maar het is niet genoeg. Het runnen van een vereniging is ontzettend waardevol en leuk, maar wordt steeds complexer. We zullen met elkaar moeten toewerken naar structurele ondersteuning, om daarmee de kracht van sport en onze sportcultuur te behouden.”
Uit de praktijk blijkt dat sportverenigingen die al professionals kunnen inzetten, hun ledental zien groeien en dat de kwaliteit van het aanbod stijgt. Uit het onderzoek komt naar voren dat bijna de helft van de sportclubs zegt behoefte te hebben aan meer externe steun, vooral om de betrokkenheid van ouders en leden te verhogen.
ANP