Cor van der Geest dringt aan op hervormingen binnen Nederlands judo
Cor van der Geest maakt zich grote zorgen over het niveau van het Nederlandse judo. De voormalig bondscoach en technisch directeur roept de nationale judobond JBN in een brief op tot actie en heeft een lijst met aanbevelingen opgesteld.
Van der Geest was zeventien jaar actief voor de JBN. De vader van oud-judoka’s Dennis en Elco van der Geest nam in 2012 afscheid. Het kwam voor Van der Geest niet als een verrassing dat de Nederlandse judoploeg tijdens de Spelen in Parijs voor het eerst sinds 1984 geen enkele medaille won.
“Helaas zag ik het debacle van de Spelen in Parijs aankomen, al weet je het nooit met judo omdat niet altijd de beste wint”, schrijft hij in een brief aan de JBN. “Na de Spelen van 2012 heb ik in de pers een waarschuwing afgegeven over de moeilijke tijden die het judo in Nederland zou kunnen krijgen. Ik vind het eigenlijk verschrikkelijk dat ik gelijk heb gekregen.”
Papendal
Volgens Van der Geest is het slecht dat de beste judoka’s van Nederland verplicht samen op Papendal moeten trainen. “Als iemand nu naar Papendal gaat, is het contact met de club zo goed als weg. Als de stap naar Papendal om wat voor reden dan ook niet succesvol is, stoppen die sporters en gaan bijna nooit meer in de club verder met judo”, stelt hij.
Volgens Van der Geest inspireren topjudoka’s jeugdleden van hun club. “Doordat de top niet meer bij de clubs op de mat staat, is de voorbeeldfunctie verdwenen”, weet hij. “Het individuele topsportproject bood kansen voor sporters en trainers om zich te ontwikkelen. Dat is in de huidige structuur met trainen op Papendal volledig verdwenen. Toppers moeten ook weer aan NK’s deelnemen. Zo blijven ze zichtbaar. Sifan Hassan loopt ook ieder jaar in Nederland.”
Centraal trainen
Van der Geest zou het goed vinden dat topjudoka’s weer minimaal eenmaal bij hun club gaan trainen en dat bondscoaches die oefensessies bezoeken. “Het hele idee van centraal trainen is dat je met z’n allen op de beste locatie met de beste coaches en faciliteiten traint. Het probleem hierbij is dat het in Nederland op zijn minst een hele uitdaging is om structureel voldoende sparringpartners van niveau te regelen. Een centraal trainingsprogramma op Papendal is voor veel judoka’s en hun ouders niet te betalen en uiteindelijk ook voor de JBN en het NOC*NSF niet. Voor we het weten is topsport alleen weggelegd voor sporters met bemiddelde ouders.”
De judobond kondigde na Parijs een grondige evaluatie aan. Die is inmiddels gestart.
ANP