Wiebes naar Olympische Spelen als kopvrouw in wegrace
Eind mei kreeg Lorena Wiebes een telefoontje van wielerbondscoach Loes Gunnewijk. Of ze de kopvrouw wilde zijn in de wegrace van de Olympische Spelen. Ze mocht er even over denken, maar dat was niet nodig. “Eigenlijk had ik de Spelen sinds ze aan Parijs werden toegewezen al in mijn hoofd zitten”, vertelde de uit Mijdrecht afkomstige renster tijdens een persmoment in het hotel van de Nederlandse selectie.
“Ik heb er vooral heel veel zin in. Ik voel nog niet echt de spanning, maar dat zal zondagochtend wel komen. Of eerder al, na de teambespreking.” Het kopmanschap is natuurlijk niet nieuw voor de 25-jarige Wiebes, die de laatste twee jaar bij topteam SD Worx-Protime dertig overwinningen boekte. Ze is al lang niet meer de pure sprintster, maar leerde ook op klimmetjes te overleven.
Het langetermijndoel werd eind mei heel concreet. In de koers met in de laatste 50 kilometer drie keer het klimmetje naar de Sacré-Coeur worden haar kansen toegedicht. Sterker nog, topwielrensters als Demi Vollering en Marianne Vos rijden in dienst van haar. “Het is een mooi parcours. Ook door de stad heen. Dat vind ik altijd wel leuk, van die stadsrondjes. En dat klimmetje kan echt een moment zijn waar de koers beslist wordt.”
Rolverdeling
Ze was er al in november, met de Nederlandse ploeg. “Daar haalde ik wel vertrouwen uit. Dan is het natuurlijk nog een kwestie van ernaartoe werken. Dat is allemaal wel gelukt, ik voel me beter dan vorig jaar.”
Het telefoontje in mei behoort tot de standaardprocedure. Een duidelijke rolverdeling moet de misser van Tokio, waar de totaal onbekende Oostenrijkse Anna Kiesenhofer won, doen vergeten. “We krijgen vooraf onze rol voor een kampioenschap te horen. En daar mag je over nadenken, of je dat wil of niet. Dat was voor mij niet nodig.”
Concurrent
Haar grootste concurrent is de Belgische wereldkampioene Lotte Kopecky, normaal haar ploeggenote. “Dit parcours heeft wel iets weg van het WK in Glasgow qua draaien en keren, op en af. We hebben het er nauwelijks over gehad. Ik heb Lotte al een tijdje niet meer gezien. De laatste keer was de Tour of Britain, begin juni.”
“Dat is misschien wel beter. Zo is het misschien wat makkelijker om dan tegen elkaar te koersen. Maar het blijft best gek: het hele jaar rijd je samen en nu is ze wellicht mijn grootste concurrent. Wij hebben meerdere troeven, dat is ons voordeel. Ik heb een goede band met Demi en Marianne. Sterker nog, ik ben deels door Marianne de fiets opgestapt. Ze was altijd een voorbeeld voor mij.”
ANP