Nederlandse waterpolosters verslaan Italië en bereiken halve finales Olympische Spelen
De Nederlandse waterpolosters zijn voor het eerst sinds 2008 doorgedrongen tot de halve finales van de Olympische Spelen. Voor overwegend oranje tribunes in Parijs was de regerend Europees kampioen met 11-8 te sterk voor Italië. In het tweede en laatste kwart maakte Nederland het verschil: 2-2 3-2 1-1 5-3.
Oranje nam het als nummer 2 van poule A (achter Australië) op tegen het in poule B als derde geëindigde Italië. Op de gewonnen EK in januari en WK van vorig jaar won de ploeg van bondscoach Evangelos Doudesis op weg naar de titels twee keer met maar 1 punt verschil van de stugge ploeg.
De Italianen kwam in de gelijkopgaande openingsfase steeds op voorsprong, totdat Oranje op 5-4 kwam en dit vervolgens uitbouwde tot 6-4. Italië kwam nog terug tot 6-5, maar in het laatste kwart pakten de Nederlandse vrouwen al snel een comfortabele marge om de wedstrijd uit te spelen. Na het laatste fluitsignaal vierde Oranje de overwinning met de eigen fans in de uitverkochte La Défense Arena.
Spanje
Simone van de Kraats, Vivian Sevenich, Lieke Rogge en Brigitte Sleeking waren met ieder twee doelpunten belangrijk voor de ploeg van Doudesis.
In de halve finales neemt Oranje het donderdag op tegen Spanje, waar het in de EK-finale van januari en de WK-finale van een jaar geleden met veel pijn en moeite van won. De waterpolosters kunnen zich dan verzekeren van de eerste olympische medaille sinds 2008. In Beijing was dat toen goud.
Zesde plaats in 2021
Bij de vorige Spelen in Tokio eindigde Oranje na een verloren kwartfinale als zesde.
ANP