Redactie
Redactie Handbal 6 augustus 2024
Leestijd: 1 minuut

Nederlandse handbalsters stranden opnieuw in kwartfinale Olympische Spelen

De Nederlandse handbalsters zijn op de Olympische Spelen van Parijs, evenals drie jaar geleden in Tokio, gestrand in de kwartfinales. De ploeg van bondscoach Per Johansson verloor in het Pierre Mauroy-stadion in Lille met 29-25 van Denemarken.

Nederland nam voor de derde keer deel aan de Spelen. In Rio 2016 eindigde de ploeg als vierde, in Tokio 2021 was Frankrijk in de kwartfinales te sterk.

Oranje begon in Lille flitsend aan de wedstrijd en stond na vijf minuten al met 4-0 voor. Met een hoofdrol voor keepster Yara ten Holte en Bo van Wetering op de linkerhoek. Ten Holte hield de ballen tegen, Van Wetering gooide ze er aan de andere kant in.

Controle kwijt

De Deense ploeg groeide langzaam maar zeker in de wedstrijd. De drievoudig olympisch kampioen wist de Nederlandse aanvallen steeds beter te pareren en maakte zelf doelpunten.

In de laatste vijf minuten van de eerste helft raakte de ploeg van Johansson de controle volledig kwijt en boog Denemarken een achterstand van 10-7 om in een voorsprong van 11-10. Opvallend was dat elk schot van vedette Estavana Polman mislukte.

Pijnlijk

In de tweede helft liep Denemarken snel uit en sloeg een gat van vijf goals (11-16). Oranje leek in te storten, maar de wereldkampioen van 2019 herpakte zich en bracht het verschil in doelpunten terug naar twee (18-20). Het laatste kwartier ging het alsnog mis. De Deense verdediging stond als een huis, terwijl de Nederlandse dekking te veel ruimte liet. Het verschil in doelpunten liep weer op naar vijf (21-26). Aanvoerster Lois Abbingh, Housheer en Polman, de bepalende spelers in de ploeg, maakten een wanhopige indruk en konden de pijnlijke nederlaag niet meer afwenden.

Topschutters aan Nederlandse zijde waren Van Wetering en Housheer met ieder zeven doelpunten.

Foutje gezien? Mail ons. Wij zijn je dankbaar.

ANP