Lavreysen nadert top succesvolste olympiërs na winst in baanwielrennen
Harrie Lavreysen is geen man van lijstjes. Dat hij de Britten Jason Kenny (zeven keer goud) en Chris Hoy (zes keer goud) nadert op de eeuwige medailleranglijst in het baanwielrennen. Dat hij alleen schaatsster Ireen Wüst (zes keer goud) nog voor zich weet op de lijst van succesvolste Nederlandse olympiërs. Lavreysen, met vijf keer goud inmiddels wel de beste mannelijke olympiër, had er vooraf en tijdens de race geen moment bij stilgestaan.
“Natuurlijk heb ik er weleens over gehoord, maar ik ben er niet mee bezig. Ik weet ook niet wat het met me doet nu. Ik heb net een wedstrijd gereden en denk dan echt niet: ben ik nu de beste aller tijden?”, zei hij na zijn winst op het sprintonderdeel keirin.
De emoties, die hem na de huldiging even velden, kwamen uit een ander perspectief. “Je werkt hier zo lang naartoe. Ik heb er alles voor gedaan en over alles nagedacht. Ik werd op het podium een beetje emotioneel en had erna overal tintelingen. Ik moest even gaan zitten.”
Spanning en emoties
Er was veel van hem afgevallen, vertelde de 27-jarige Brabander, behangen met drie gouden medailles. “Het zijn de spanning en de emoties van een hele week. Na de teamsprint en de sprint probeer je het weg te stoppen. Je wilt door en continu verder kijken. Daar ben ik nu klaar mee.”
In Tokio won Lavreysen al twee keer goud. Al jaren is de 13-voudig wereldkampioen (verdeeld over sprint, keirin en teamsprint) nauwgezet bezig. “Ik heb Excel-sheets waarin alle pauzes tussen races zijn uitgewerkt, waarin ik heel systematisch te werk ga: ik moet iedere keer naar de roller, het pak moet uit, ik moet koelen. Het maakt niet uit of ik een makkelijke rit heb gehad. Vanaf het moment dat ik de baan opkom, moet alles in het teken staan van presteren.”
‘Best zwaar’
Hij kan teruglezen hoe hij zich rond elke race voelde. “Ik heb alles bijgehouden, alles uitgedacht zodat ik rustig hiernaartoe kon werken. Ik kan heel veel doen op gevoel, rijd veel wedstrijden met het idee: even zien hoe het loopt. Maar hier, waar de druk zo hoog is en alles moet kloppen, put ik rust uit het feit dat ik weet dat ik overal aan heb gedacht.”
De eerder verdiende medailles van Parijs had hij in de zakken van zijn ‘ceremonievest’ gestopt. Hij haalde ze na het volkslied uit de zakken. “Ze voelen nu best zwaar om mijn nek. Ik had ze eigenlijk mee omdat we hier nog een groepsfoto maken. Verder ben ik er niet mee bezig geweest. Ik moest ook vandaag weer fris zijn in mijn hoofd. Denken: dit is een losse keirin met tegenstanders die ik goed ken.”
ANP