Estafettezwemsters grijpen net naast finaleplek op Olympische Spelen
De Nederlandse estafettezwemsters op de 4×100 meter vrije slag wisten al dat het halen van de olympische finale in Parijs lastig zou worden. “We wisten dat we er met onze seizoenstijden als achtste ingingen, maar hadden natuurlijk wel gehoopt dat we het zouden halen”, reageerde een balende Marrit Steenbergen. De specialiste leidde de ploeg afgelopen februari in een zwak deelnemersveld nog naar de wereldtitel.
“Maar ik denk niet dat je dit kunt vergelijken met wat we op de WK hebben gedaan, want met de tijd van toen had je hier de finale ook niet gehaald. Het geeft wel aan dat het er hier net wat anders aan toegaat”, zei Steenbergen na het mislopen van de finale.
Italië ging als nummer 8 wel door (3.36,28), Nederland net niet met de negende tijd (3.36,78). In Doha was 3.36,61 genoeg voor de wereldtitel. Steenbergen: “Ik denk dat iedereen had gehoopt harder te zwemmen. Als we allemaal net iets meer dan een tiende harder hadden gezwommen, hadden we erbij gezeten. Zo klein zijn de verschillen.”
De Friese wereldkampioene op het koningsnummer 100 meter vrije slag was ook niet helemaal tevreden over haar eigen optreden; een tijd van 52,42. In Doha zette ze het Nederlands record op 52,26, ook internationaal een toptijd. “We gaan zien of dat erin zit, want ik heb nu natuurlijk mijn best gedaan.” De individuele 100 meter vrije slag staat dinsdag en woensdag op het programma.
ANP