Handboogschutsters Nederland worstelen met zenuwen op Olympische Spelen
Zenuwen zaten de Nederlandse handboogschutsters dwars in hun kwalificatie voor de olympische knock-outfase in Parijs. Quinty Roeffen (18) en Laura van der Winkel (22) kwamen bij hun debuut op de Spelen niet verder dan de 55e en 59e plaats van de 64, maar ook nummer 35 Gaby Schloesser gaf aan veel last te hebben gehad van de spanning. Het resultaat was de laatste plek in de kwalificatie voor de teamwedstrijd.
“De laatste paar dagen waren moeilijk voor mezelf, want ik was heel erg zenuwachtig. Ik wil hier natuurlijk een medaille winnen, net als in Tokio”, reageerde Schloesser (30). Drie jaar geleden pakte ze met Steve Wijler zilver in de olympische gemengde landenwedstrijd. “Ik denk dat ik in Tokio nog zenuwachtiger was, maar daar was ik echt 100 procent in vorm. Ik had het gevoel dat ik alles kon. Nu zat ik denk ik op 95 procent, omdat ik zenuwachtig was.” Dat valt volgens Schloesser nu weg.
Bondscoach Jacqueline van Rozendaal gaf een verklaring voor de spanning, ondanks het gebrek aan toeschouwers op de Esplanade des Invalides. Wel waren er tientallen camera’s en journalisten aanwezig. “Dit was voor ons al een heksenketel met zoveel indrukken. Tijdens de training zaten er zes mensen op de tribune en toen zei Steve (Wijler) al dat dat er al meer mensen waren dan tijdens het NK. Dat went niet makkelijk.”
De handboogvrouwen treffen zondag Frankrijk aan het begin van de knock-outfase, op de fraaier gelegen hoofdbaan met tribunes. De gouden koepel van het Hôtel des Invalides is dan de achtergrond.
ANP