Redactie
Redactie Wielrennen 25 juli 2024
Leestijd: 2 minuten

Van Dijk zet alles op alles voor Olympisch succes na herstel van ongeluk

Wielrenster Ellen van Dijk heeft in zes weken een traject afgelegd dat zonder de Olympische Spelen als doel niet mogelijk was geweest. “Een arts zei: het WK in september is voor jou haalbaar. Maar daar heb ik geen vuur voor”, vertelde de drievoudig wereldkampioene tijdrijden, die zondag in de individuele tijdrit op de Olympische Spelen van Parijs mikt op een medaille.

Begin juni werd Van Dijk (37) in Spanje bij een training aangereden door een auto. “Ik ben over een aanhanger over de kop geslagen. Mijn eerste reactie was: nee hè, nou kan ik morgen niet trainen.” Het besef kwam pas later, in het ziekenhuis. “Maar ook toen dacht ik: ach, ik heb vaker iets gebroken.”

Ze gold als topkandidate voor olympisch goud, op een vlak parcours zoals ze het graag ziet. Ze had ook iets recht te zetten. Van Dijk eindigde in Rio door een val net naast het podium, in Tokio werd ze niet geselecteerd. Het parcours daar zou te zwaar zijn, al was ze het daar zelf niet mee eens.

Gips

Maar na drie wereldtitels, het werelduurrecord en de bevalling van zoon Faas in oktober vorig jaar, was goud in Parijs het hoofddoel geworden. Vijf maanden nadat ze moeder werd, keerde ze terug in koers. Van Dijk won meteen twee tijdritten. Alles ging goed, tot dus die auto met aanhanger opdoemde en ze haar enkel brak. “Natuurlijk spookte het wel eens door mijn hoofd: ik haal het niet. Maar ik heb me ervoor afgesloten.”

Elke dag zocht ze de fysio op, drie keer per week vanuit Woerden naar het ziekenhuis in Amsterdam, fietsen op de hometrainer met de rechtervoet in het gips. “Het was gecontroleerd, maar wel op de limiet.”

‘Mijn coconnetje’

Half juli was er de test bij de wielerbond: vijf minuten maximaal op de wegfiets, rust en daarna twintig minuten max op de tijdritfiets. “Ik moet natuurlijk wel op een niveau zijn om echt mee te doen, anders zou ik zelf ook niet willen. In ideale omstandigheden ging ik voor goud, dat heb ik een beetje van me afgezet.”

“Die test was een enorm moment. Daar moest ik wel twee dagen van bijkomen. Ik dacht: zo, ik ga echt naar de Spelen.” Zaterdag, als ze over de finish is gekomen, staan vriend Benjamin en zoon Faas haar op te wachten. “Bijzonder, de eerste keer.” Haar vriend was ook de afgelopen maanden de man die haar mentaal op de been hield. “Hij was een peptalkmachine.”

Ze bereidt zich voor in een hotel buiten Parijs, afgehuurd door wielerbond KNWU om alle deelnemers te huisvesten. “Fijn hier, ik hoef niet in die drukte van de Spelen te zijn. Ik heb het ook twee keer meegemaakt. Ik houd van rust, in mijn coconnetje, zeker voor een tijdrit.”

Foutje gezien? Mail ons. Wij zijn je dankbaar.

ANP