Redactie
Redactie Wielrennen 15 juli 2024
Leestijd: 2 minuten

Evenepoel bewondert Pogacar en mikt op Tourpodium in eerste deelname

Remco Evenepoel ziet in zijn eerste Tour de France renners ongekende prestaties leveren. “Het tempo in de tweede Pyreneeënrit, met 5000 hoogtemeters, vroeg veel van de benen. Ik denk dat ik dat niet eerder heb meegemaakt”, vertelde de 24-jarige Belg, die een mogelijke podiumplaats ervaart als het uitkomen van een droom, tijdens de tweede rustdag.

Evenepoel had inmiddels ook vernomen dat de tijd die geletruidrager Tadej Pogacar zondag nodig had voor de slotklim naar Plateau de Beille bijna vier minuten sneller was dan het in 1998 gevestigde record van de Italiaan Marco Pantani. “Tadej was buitengewoon. Aan het einde van zo’n lange en snelle etappe zo’n prestatie leveren, dan kom je van een andere planeet”, klonk het respectvol uit de mond van de wereldkampioen op de weg van 2022. “Ik was trouwens ook nog sneller dan Pantani.”

Een week geleden, op de eerste rustdag, temperde Evenepoel nog de verwachtingen en sprak hij over de top vijf als doel. Pogacar en Jonas Vingegaard waren sowieso nog te goed, oordeelde de renner van Soudal Quick-Step. “Dat kwam ook omdat de Pyreneeën nog moesten komen. Dat zorgde voor twijfels, zo’n eerste bergweekend is altijd bepalend. Nu heb ik de derde plaats stevig in handen en ga ik hem zeker verdedigen.”

Zware ritten

Er volgen nog zware ritten in de laatste Tourweek. “Met name de negentiende en twintigste etappe. Die zijn zeker niet zo lang als die laatste etappe in de Pyreneeën, maar je hebt er wel goede benen nodig.” De tijdrit op de slotdag, van Monaco naar Nice, verkende hij al. Evenepoel is de regerend wereldkampioen tijdrijden en won bovendien de eerste rit tegen de klok deze Tour. “Deze is niet per se op mijn lijf geschreven. Het is bijna een bergetappe.”

De derde plek in het eindklassement, het podium, niet in Parijs maar voor één keer in Nice. “In mijn eerste Tour de France. Het zou toch een droom zijn die uitkomt.”

Foutje gezien? Mail ons. Wij zijn je dankbaar.

ANP