Kamminga en Schouten twijfelen aan afhandeling Chinese dopingzaak
Olympisch medaillekandidaten Arno Kamminga en Tes Schouten kunnen zich niet vinden in de afhandeling van de dopingzaak in het Chinese zwemmen. Kamminga hoorde onlangs dat zijn Chinese rivaal Qin Haiyang eerder is betrapt op een verboden middel, maar antidopingbureau WADA verbond daar verder geen conclusies aan door een gebrek aan overtuigend bewijs. “Als je dat leest, word je daar kwaad van”, gaf Kamminga aan tijdens een persmoment op Papendal.
Onder anderen zwemlegende Michael Phelps en de Amerikaanse dopingautoriteit keerden zich al fel tegen het handelen van WADA bij de affaire, waarbij 23 Chinese zwemmers betrokken waren. “Maar daar is de WADA weer volle bak tegenin gegaan. Dus ja, iedereen denkt wel even na voordat hij wat roept. Dat is waarom ik ook voorzichtig ben met uitspraken”, aldus Kamminga, in 2021 goed voor twee keer olympisch zilver.
Pas dit jaar kwam via mediaberichtgeving naar buiten dat de 23 Chinese zwemmers kort voor de Spelen van 2021 in Tokio waren betrapt op het middel trimetazidine, onder wie Qin. De Chinese autoriteit beweerde dat de atleten het prestatiebevorderende middel via besmette voeding hadden binnengekregen, een argument dat de WADA niet kon weerleggen. De zaak bleef binnenskamers. Elf van de betrapte zwemmers zijn er in Parijs weer bij.
Vraagtekens
Dat geldt ook voor Qin, die in 2022 op de WK in Fukuoka onder anderen Kamminga klopte en met overmacht goud won op de 100 en 200 schoolslag. “Ik had daar altijd al vraagtekens bij en als dit dan naar buiten komt, is dat lastig. Er is nog steeds een heel grote kans dat ze echt onschuldig zijn, maar er zitten inmiddels zoveel vraagtekens aan dat je het bijna niet meer kunt geloven.”
Schouten, die op haar mindere nummer 100 meter schoolslag op de WK in februari tweede werd achter de Chinese Qianting Tang, is nog wat stelliger. “Zij gaat de laatste tijd ineens heel hard”, gevolgd door een stilte. “Aan de ene kant kan je er niks aan veranderen, maar dat is ook slecht. Want je zou eigenlijk met z’n allen in opstand moeten komen. Ik heb het gevoel dat iets daar niet eerlijk gaat en dat vind ik niet kunnen.”
ANP