NOC*NSF streeft naar betere beloning voor A-status topsporters
Topsporters die leven van een op hun prestatie gebaseerde bijdrage moeten beter beloond worden. Directeur Topsport André Cats van NOC*NSF streeft ernaar dat in de vergoeding voor een A-sporter rekening wordt gehouden met het feit dat die geen pensioen opbouwt. “Zeker nu sporters vaak tot hun 35e doorgaan is dat een toenemend probleem”, aldus Cats. Het hoofdlijnenakkoord biedt echter weinig perspectief en zorgt bij NOC*NSF voor bezorgde gezichten.
Het voorstel is onderdeel van de Topsportstrategie 2032 die aan de leden – de sportbonden – is voorgelegd. Die moeten maandag tijdens de voorjaarsvergadering van NOC*NSF hun goedkeuring geven voor de plannen voor na Parijs 2024. Daarin staan niet alleen topprestaties centraal, maar ook het totaalaspect van het leven van topsporters tijdens en na hun loopbaan en hun inspiratie op de samenleving komen aan bod.
NOC*NSF kent een statussysteem dat door Cats als “een van de onderdelen van de Nederlandse successen in de topsport” wordt omschreven. Er zijn ongeveer 550 sporters met een A-status, de hoogste categorie. 250 sporters hebben een ‘selectiestatus’ vroeger B-status genoemd, terwijl nog een twintigtal jongere sporters een bijdrage krijgt op basis van een high performance-status.
Onzekerheid
Alleen de A-statushouders kunnen leven van hun sport, met bijvoorbeeld voor een 27-jarige een bruto toelage, een stipendium, van ongeveer 2900 euro per maand. “Dat is oké, maar je moet er hard voor werken”, zegt Cats, die een forse verhoging voorstelt. “Er is met die vergoeding natuurlijk geen sprake van pensioenopbouw.”
Ook is er de onzekerheid. Een slechte prestatie op een EK of WK, het missen van een top 8-plaats, betekent dat de toelage vervalt. Cats: “Dan ben je van de ene op de andere dag je salaris kwijt en moet je wellicht weer een halfjaar of een jaar wachten op een nieuwe kans.”
Grote pijlers
78 procent van de sporters met een A-status maakt gebruik van het stipendium. 22 procent verdient genoeg of is bijvoorbeeld een paralympiër met een Wajong-uitkering. “Dat is weer een andere uitdaging, want als je uit een Wajong-situatie stapt, dan moet je later weer herkeurd worden. Dat durven veel paralympische sporters niet.”
Cats rekende eerder al voor dat er minstens 20 miljoen euro extra op jaarbasis nodig is om de topsport in ons land op het huidige niveau te houden. Het lijkt in strijd met de plannen van het toekomstig kabinet. NOC*NSF vreest voor een daling van het budget voor de gehele sport. Cats: “Maar we willen doorbouwen op de succesformule van de topsportstatussen. Het is echt een van de grote pijlers onder de topsport.”
ANP