Kamminga en Corbeau strijden samen voor WK-titel 100 meter schoolslag
Als vrienden én als elkaars grote concurrenten halen schoolslagspecialisten Arno Kamminga en Caspar Corbeau het beste in elkaar naar boven in de jacht op de grootste internationale prijzen. De 28-jarige Katwijker en in de Verenigde Staten geboren en getogen Corbeau (22) trainen sinds afgelopen zomer samen onder coach Mark Faber en hebben daar volop profijt van. Maandag staan de teamgenoten samen in de WK-finale van de 100 meter schoolslag, een bijzondere prestatie in de Nederlandse zwemgeschiedenis.
Faber denkt dan ook dat Kamminga en Corbeau, die in de halve finale in Doha derde en zesde werden, geluk met elkaar hebben. “Als je normaal als Nederlander op het wereldtoneel meedoet, heb je niet snel een gelijkwaardige factor in de training en ben je op jezelf aangewezen. Maar als een van hen nu even niet wakker is op een training krijgt hij het gelijk om de oren. Dat is een welkome aanvulling.”
Titelkandidaat Kamminga herkent de jongere versie van zichzelf in Corbeau, die er jaren geleden met het oog op zijn carrière voor koos om voor het land van zijn opa en oma uit te komen. “Voor Caspar is alles nog nieuw, leuk en geweldig. Dan zit je op een roze wolk en blijf je gaan. Dat had ik ook in mijn eerste jaren bij Mark en dat vind ik mooi om nu bij hem te zien.”
Nieuwe elan
In deze fase van zijn carrière profiteert de winnaar van twee keer olympisch zilver in 2021 juist van “het nieuwe elan” dat Corbeau met zich meebrengt. “Hij heeft me zeker wakker geschud. Ik maak hem beter en hij mij. Hij is ook nog een geweldige vriend. Ik vind het hartstikke mooi dat we hier met zijn tweeën staan.”
Volgens Faber lijken zijn twee pupillen in weinig opzichten op elkaar. “Arno en zwemmen is een synoniem. Die leeft, doet en droomt zwemmen. Daar heeft Caspar minder van. Hij is wat meer naar buiten gericht en kan de ontspanning beter zoeken. Maar in wat hij kan leren over de sport zwemmen is hij ongelooflijk scherp. Hij is één brok potentie en het is altijd mijn wens geweest om daar mijn tanden in te zetten.”
Eerste Nederlandse wereldkampioen sinds 1998
Corbeau zag Kamminga voor zijn komst naar Nederland afgelopen zomer nog meer als een rivaal. “Maar nu ik elke dag met hem train, merk ik hoe erg hij mij helpt. Hij is een van de grootsten en daardoor ik leer veel belangrijke dingen van hem, vooral op het gebied van techniek.”
Kamminga en Corbeau zwemmen vlak na 17.00 uur om de medailles in de Aspire Dome in Doha. Beiden gaan proberen de eerste Nederlandse wereldkampioen bij de mannen sinds Marcel Wouda in 1998 te worden. Sinds 2011 kwam het niet meer voor dat twee Nederlandse mannen samen in de finalerace van een WK stonden.
ANP