Redactie
Redactie Wielrennen 25 oktober 2023
Leestijd: 2 minuten

Tour de France 2023 belooft zware beklimmingen en opwindende tijdritten

De Tour de France zit volgend jaar weer boordevol zware beklimmingen. De 111e editie van de grootste wielerronde telt zeven bergetappes, waarvan vier aankomsten bergop, zeven vlakke ritten voor de sprinters, een rit met 32 kilometer gravelpaden en twee individuele tijdritten. Het zwaartepunt ligt in de slotweek met onder meer een passage over de hoogste geasfalteerde weg in de Franse Alpen. De Tour begint op 29 juni in Florence en eindigt op 21 juli in Nice.

Start en finish waren al eerder bekendgemaakt door de organisatie. ‘Le Grand Départ’ is voor het eerst in Italië om te vieren dat honderd jaar geleden Ottavio Bottecchia als eerste Italiaan de Ronde van Frankrijk won.

Vingegaard

De finish ligt niet in Parijs, omdat een week later de Olympische Spelen beginnen en de Champs-Élysées niet beschikbaar is. Nice belooft een prima alternatief te worden, want de Tour sluit af met een individuele tijdrit over 34 kilometer. In het traject is de Col d’Èze opgenomen, bekend uit Parijs-Nice.

De Tour lijkt op het lijf geschreven van de Deen Jonas Vingegaard van Team Jumbo-Visma, de winnaar van de laatste twee edities.

Gravelstroken

De eerste etappe, van Florence naar Rimini, voert over zeven beklimmingen in de Apennijnen en zal vermoedelijk meteen zorgen voor een flinke schifting in het algemeen klassement. Rit twee start in Cesenatico, de woonplaats van de in 2004 overleden wielerheld Marco Pantani, en eindigt in Bologna, met de steile San Luca als scherprechter. De sprinters komen in de derde etappe naar Turijn voor het eerst in beeld.

De Tour gaat via de Alpen het thuisland in. De vierde etappe is meteen een zware bergrit met een passage over de Col de Galibier. “Zo hoog klimmen, zo vroeg in de Tour is ongehoord”, zei Tourbaas Christian Prudhomme bij de presentatie. Daarna trekt het peloton naar het noorden richting Dijon en Troyes. De zevende etappe is een tijdrit over 25 kilometer. In de negende rit zijn liefst veertien grind- en gravelstroken opgenomen.

Col de la Couillole

Na de eerste rustdag in Orléans zakt de Tour in de tweede week naar het zuiden richting Pyreneeën. De eerste rit door dit bergmassief voert naar de top van de Pla d’Adet, waar de Franse wielerheld Raymond Poulidor vijftig jaar geleden zijn laatste Touretappe won. De dag erna is de aankomst in het skioord Plateau de Beille.

De derde en laatste week eindigt met zware bergetappes. De negentiende etappe is bestempeld als koninginnenrit en voert de renners over hoge Alpentoppen, met onder meer de Col de la Bonnette, met 2800 meter de hoogste geasfalteerde weg in Europa. De voorlaatste rit telt vier pittige beklimmingen, waarvan de 15 kilometer lange Col de la Couillole de laatste is.

Foutje gezien? Mail ons. Wij zijn je dankbaar.