Turner Casimir Schmidt treedt op bij WK voor olympisch teamticket
Turner Casimir Schmidt keert bij de WK in Antwerpen terug op de plek waar hij tien jaar geleden zijn WK-debuut maakte. De 27-jarige Schmidt strijdt zaterdag met de Nederlandse ploeg om een olympisch teamticket. Daarvoor is een plek bij de beste twaalf landenteams vereist. Volgens Schmidt is er in 10 jaar tijd veel veranderd.
“Toen ik hier in 2013 mijn WK-debuut maakte had ik hele andere doelen”, blikt Schmidt terug. “Het was destijds een individueel toernooi en er hing niet veel vanaf. Ik haalde de meerkampfinale en dat was geweldig. Dit jaar draait alles om het team. Ik heb het gevoel dat er nu meer van me wordt verwacht.”
Schmidt groeide sinds zijn WK-debuut in 2013 uit tot een stabiele factor in Oranje. “Het is wel een ritje geweest”, zegt Schmidt over zijn ontwikkeling. “Ik zie nog weleens foto’s of herinneringen op Facebook uit die tijd. Ik was toen echt een ‘broekie’. Volgens mij had ik één of twee tatoeages. Ik zag eruit als een sprietje. Alles was nieuw voor me op dat WK in 2013. Als ik kijk hoe ik er nu uitzie en hoe ik nu turn, dan is dat allemaal veel beter.”
Dragende kracht
“Ik merk dat ik inmiddels een dragende kracht ben”, zegt Schmidt. “Als ik een goede meerkamp turn, dan helpt dat het team enorm. Dat is wel een mooi gevoel. Het is de plek waar je wilt staan als turner. Als je me tien jaar geleden had gevraagd waar ik wilde staan, dan was dit het. Het is mooi dat ik het team zo kan helpen.”
Toch is en blijft het toernooi in Antwerpen volgens Schmidt weer ‘gewoon’ een wereldtitelstrijd. “Het is gewoon weer een WK waar het om de knikkers gaat”, zegt Schmidt, die met de Nederlandse ploeg in de vierde van in totaal zes subdivisies in actie komt. “We moeten uitgaan van onze eigen kracht. We weten dat we tussen de 245 en 250 punten moeten zitten om bij de top twaalf te eindigen. Na onze eigen wedstrijd weten we eigenlijk nog niets omdat er daarna nog veel landen komen. Wij moeten knallen en daarna wordt het afwachten, maar ik geloof oprecht dat we het kunnen halen.”